
Als degene in je spiegeltje sneller rijdt dan jij, komt het onvermijdelijk moment dat hij je inhaalt. Daar kun je heel nuchter over doen. Bijvoorbeeld luchtig denken dat die persoon dan eerder thuis is. Maar laten we eerlijk zijn. Ingehaald worden is gewoon verschrikkelijk.
Op de snelweg maakt het niet zoveel uit. Hard rechtuit kan iedereen. Maar op een bochtige bergweg is het wat anders. Daar is het een soort strijd. Je kunt niet meer denken dat degene die jou passeert domweg meer motorvermogen heeft, want dat doet er nauwelijks meer toe.
Een beetje motorrijder is op een Spartamet sneller door een haarspeld dan een kneus op een Hayabusa. Nee, in bochten komt het puur aan op vaardigheid en zelfvertrouwen. Dus als iemand je daar passeert, is dat een vernedering. Alsof hij de bal tussen je benen door speelt.Wanneer de inhaler een wildvreemde is, valt er nog overheen te komen. Erger, veel erger is het als je met een groep op reis bent. Als je dan de competentiestrijd verliest, zak je diep in de pikorde. Net als in de natuur heeft dat grote gevolgen. Het betekent dat je ’s avonds bij het buffet de achterste in de rij bent. Je maten hebben alle zalmmoten allang van de schaal geprikt. Jij moet genoegen nemen met een half aangevreten visstick die een kleuter heeft teruggelegd.
Op de een of andere manier voelt de ober ook aan dat je ingehaald bent. Pas als hij alle wijnglazen heeft gevuld, ziet hij jou zitten. Uit beleefdheid laat hij de laatste druppels uit de fles in jouw glas vallen, tot groot vermaak van je maten. ‘Zal ik een nieuwe fles openen?’ vraagt hij. ‘Nee, laat u maar’ zeg je. ‘Ik neem wel een glaasje water.’ Na een blik op je horloge weet je dat de avond nog erg lang zal duren.
Eigenlijk wil je weg, maar die kans krijg je niet. Je vrijgezelle maten slepen je mee naar de bar. Naar de lekkere wijven. Maar die zijn natuurlijk ook al vergeven. Alleen de lokale Ma Tokkie is nog over. Zij ziet echter ook dat je aangeschoten wild bent en toont geen enkele belangstelling voor je.
Tegen tienen zoek je je kamer maar op. Je zet de tv aan en ploft op bed. Net op het moment dat Canal+ voor enige troost lijkt te zorgen, zak je door de lattenbodem. Je bent te moe om het bed te repareren, te eenzaam om hulp te vragen en te hongerig om te slapen...
Dus wat is nou de les? Als je je laat passeren in een bocht, nemen de kansen op voortplanting sterk af. Het is zelfs niet uitgesloten dat je de hongerdood sterft. Beter is het daarom wat extra risico te nemen en desnoods in het ravijn te storten.
Wat zit die Onrust weer verschrikkelijk te overdrijven, denk je nu misschien. Daarin zou je best gelijk kunnen hebben. Dat komt dan omdat ik natuurlijk geen idee heb waarover ik praat. Ik ben namelijk nog nooit ingehaald.
Hooguit demonstreer ik achterliggers wel eens hoe je een bocht niet hoort te rijden. Maar dat doe ik puur om educatieve redenen. Dat snap je wel. Toch?
Deze column komt uit de pen van Jan Dirk Onrust. Jan Dirk publiceert maandelijks in Promotor, het motorblad van de ANWB.